Problemen met Wi-Fi-verbindingen

background image

Problemen met Wi-Fi-verbindingen

Als er zich problemen met de Wi-Fi-communicatie voordoen, doet u het volgende:

Controleer of u de software op de juiste manier hebt geconfigureerd volgens de
instructies die u bij het basisstation hebt ontvangen.

Controleer of de computer of het netwerk waarmee u verbinding wilt maken actief is
en over een basisstation beschikt.

Zorg ervoor dat de Mac Pro zich binnen het bereik van het basisstation van de
andere computer of het netwerk bevindt. Elektronische apparaten of metalen
voorwerpen kunnen interferentie veroorzaken met draadloze communicatie,
waardoor het bereik kan afnemen. De ontvangst wordt soms beter wanneer de
computer wordt verplaatst of gedraaid.

Zorg ervoor dat het zijpaneel is gesloten (volg de instructies op pagina 82) en dat
de afdekplaatjes van de PCI-poorten correct zijn geplaatst (zie “PCI Express-kaarten
toevoegen” op pagina 76). De antenne ontvangt een minder goed signaal als de
Mac Pro niet correct is gesloten.

background image

96

Hoofdstuk 4

Problemen oplossen

Controleer het Wi-Fi-signaalniveau. Er worden maximaal vier balkjes weergegeven in
het Wi-Fi-statussymbool (Z) in de menubalk.

Voor meer informatie over Wi-Fi kiest u 'Help' > 'Helpcentrum' en zoekt u op "wi-fi" of
leest u de handleiding bij het draadloze apparaat.